Gekkenwerk

gekkenwerk
Hij baalt van administratie. ‘Je moeten verantwoorden’ hoort erbij, alas, maar dit lijkt wel gekkenwerk! De deur naar de gang staat open. Hij probeert zich niet te laten afleiden door rinkelende telefoons en de herrie op de gang. De Excel lijsten op zijn pc staan weer klaar om gevuld te worden. Hij zucht. Veel liever was hij in actie! Doen waarvoor hij is aangenomen: aandacht geven aan kwetsbare cliënten. Plezierige momenten geven. Warmte en creativiteit inzetten, zodat het leven van mensen aangenamer wordt. Dàt is zijn passie! Niet dit geneuzel, deze administratieve rompslomp.

Zijn gedachten dwalen af. Hij denkt aan zijn collega’s, wat er allemaal verandert en echt moet gebeuren. Bij het woord ‘moeten’ schudt hij zijn hoofd. Als ‘moeten’ de boventoon gaat voeren, dan volgt er vanzelf verzet. Hij gelooft in lol, in verleiden en verlangen kweken. Dan wordt het werk voor iedereen leuker. Dan veranderen organisaties makkelijker en wordt de kwaliteit van zorg verlenen sterker. Dat gelooft hij en daar heeft hij zin in! Niet in dit kantoorwerk!
Met een woest gebaar rolt hij zijn bureaustoel naar achteren. Op dat moment neemt het lawaai op de gang toe. Hij hoort zijn collega een bewoonster toespreken, op een wat ongeduldige toon: ‘U móet nú naar me luisteren, we gaan terug naar uw huiskamer!’ Jaap staat op en loopt de gang in. Hij ziet twee collega’s met verhitte gezichten naast mevrouw van Kesteren staan. Ze proberen haar voor de zoveelste keer terug naar haar eigen kamer te brengen.

Mevrouw van Kesteren is verward. Ze heeft een ander plan. Welk is ze vergeten. Ze begrijpt niet waarom de dames haar niet volgen! Ze voelt paniek, maar is ook woedend en radeloos. De collega’s zijn inmiddels ook bijna radeloos. Het is soms moeilijk werken met een dement medemens. Hun goedbedoelde hulp mondt nu uit in iets dat meer en meer op een gevecht gaat lijken.
Jaap voelt een impuls opkomen en besluit zonder na te denken deze te volgen: Hij loopt rustig naar het drietal en gaat voor mevrouw van Kesteren staan. Vrolijk tilt hij zijn rechterarm omhoog en strekt zijn linkerarm uitnodigend naar mevrouw van Kesteren uit en vraagt met een zachte, haast deftige stem: ‘ Mevrouw van Kesteren, mag ik deze dans van u?’ Mevrouw kijkt geschrokken op. Dan begint ze te glimlachen, recht haar rug en zegt vriendelijk ‘Jazeker meneer, wat hoffelijk van u!’ Samen dansen Jaap en de bewoonster van het verzorgingstehuis door de gang naar de huiskamer. De collega’s bekijken het tafereel opgelucht en glimlachen naar elkaar. ‘Verleiden’, denkt Jaap tevreden,’dat is geen gekkenwerk!’

No Comments Yet

Comments are closed.