Spekzolen

spekzolen Maandagmorgen, bijna half negen. Het begin van een nieuwe week. De winkels zijn nog gesloten. Ik fiets door een nog niet ontwaakte binnenstad en geniet van de rust en frisheid die alleen de vroege ochtend op een warme zomerdag in zich heeft. Vakantietijd, maar niet voor mij. Ik ben op weg naar mijn collega Rieneke (www.metselaarenglas.nl ) We hebben het plan om voor een nieuwe opdrachtgever een mooie passende training te ontwikkelen en een audit voor te bereiden. Ik voel me goed, ik heb zin in de dag en zin in mijn werk.
Onverwacht word ik ingehaald door een meisje op de fiets. Haar blonde paardestaart wappert vrolijk achter haar aan. De vermoedelijk zware tas, die om haar schouder hangt, rust op haar bagagedrager. Een tenger figuurtje in een zwart t-shirt. Ik schat haar een jaar of veertien, vijftien. Lekker jong nog. Op haar zwarte T-shirt staat een tekst die mijn wenkbrauwen doen fronsen.
‘Vers en huisgemaakt!’ staat er met sierlijke groene letters op haar rug.

Ik glimlach onwillekeurig en besef dat de tekst niet over haar zelf gaat, maar over de producten die ze vermoedelijk vandaag gaat verkopen. ‘Ze heeft vast een vakantiebaan’, mijmer ik al fietsend achter haar en ik denk terug aan de mijne: Het was toen ook een hete zomer, begin jaren tachtig. Met bibberende knieën ging ik ‘solliciteren’ bij een pretpark in de buurt. Ik denk nu dat dit een idee was van mijn moeder en dat ik er zelf toen niet zoveel zin in had. Maar wat was ik blij met mijn eerste ‘baan’! Ik was groener dan de letters op de rug van de fietser nu vlak voor mij. En wat leerde ik toen veel in mijn werkzaamheden als afwashulp, caissière, serveerster en verkoopster! Want: wat doe je als je een ijscoupe in iemands schoot kiepert? Hoe spreek je ‘gasten’ aan die proberen gratis naar binnen te komen? Wat doe je met dozen met ‘Mars’, ‘Bounty’ en ‘Nuts’ die bij de schoonmaak in je emmer met sop vallen? En ook: hoe werk je samen een onmogelijke berg afwas weg? Wat waren wij, jeugdige vakantiekrachten bang voor de bazige eigenaresse die door het park sloop om ons te betrappen op ‘wangedrag’. Gelukkig hoorden we de spekzolen onder haar sandalen op tijd kraken, zodat we, meestal, niet betrapt werden. Wat had zij een stijl van leidinggeven!

Al fietsend kom ik tot de conclusie dat mijn vakantiewerk een mooie basis is geweest voor mijn verdere loopbaan. Intussen zijn we bij de V&D. Het meisje stalt haar fiets bij de personeelsingang. Zachtjes fluister ik ‘fijne werkdag’ en fiets door naar mijn werk.

En jij?
Wat is jou bij gebleven van je vakantiebaan?
Hoe ga je nu om met vakantiekrachten, hoe geef jij leiding?

No Comments Yet

Comments are closed.