José

José ligt op haar rug. Heel in de verte hoort ze gejoel en gegil op het strand. Zachtjes dobbert ze op haar luchtbedje in de Adriatische zee. Op het strand bouwen haar dochters aan een zandkasteel. Martin lijkt in de e-reader gevangen. Ze drijft langzaam weg van het land en geniet van de warme zon op haar huid en het koele water van de zee. Tevreden zucht ze:
“Heerlijk, nog twee volle weken!” Met haar billen duwt ze een aantal keren stevig in het luchtbed onder haar. Het dobberen neemt daardoor toe. Ze drijft nog verder weg. “Als ik het nu eens niets zou doen, waar zou ik dan naar toe drijven ? In welk land zou ik terecht komen?” Ze sluit haar ogen en krijgt een soort Google Earth beeld, een enorme zee en zijzelf op een piepklein luchtbedje. Alsof ze naar zichzelf kijkt in een film. Wat een vreemde gewaarwording!

Jose

Plotseling krijgt ze een heel onbehaaglijk gevoel. Over twee weken is het vanzelf maandag. Dan begint alles weer opnieuw: Martin naar zijn werk, de meiden naar school en zij….
“Bah ik wil er niet aan denken!” Driftig duwt ze de herinneringen aan haar thuisleven weg. Ze wil liever niet terug, want er wachten klussen op haar. Stappen moet ze nemen.
Onrustig van het denken, draait ze zich woest op haar buik. Het luchtbed wiebelt gevaarlijk. Ze moet moeite doen om op het luchtbed te blijven. Haar armen en benen spartelen wild in de lucht. Even lijkt het dat ze zichzelf in het diepe water kiepert. Maar het lukt om het luchtbed in balans te houden. Ze zucht diep om op adem te komen. Dan peddelt ze langzaam met haar armen richting het strand. Terug wil ze. Weg van de dingen die komen gaan, weg van wat moet. Terug naar haar gezin en de heerlijke vakantie.
Maar het lukt haar niet om haar gedachten uit te bannen. De periode vóór haar vakantie spookt door haar hoofd. Wat een gedoe! Wat is het zwaar: met het werk, hun relatie, haar gezondheid, zus ontslagen, Marjolein in scheiding en de burn out van Dirk. Ze heeft nu wel een aantal zaken op een rij. Maar wat is het veel. En wat drukte het zwaar op haar gemoed.

“Stop! Ik heb vakantie! Niet aan denken! Rust in mijn kop, dat wil ik!’”, schreeuwt het in haar hoofd. Ze heeft het strand bereikt, trekt zichzelf uit het water en ploetert door het zand met het luchtbed onder haar arm. De zoute zee druppelt uit haar haren in haar ogen. Het prikt. Ze slikt en lacht naar haar dochters. “Mam, kijk eens naar ons kasteel, mooi hè? Daar gaan we wonen!”

José zit tegenover mij. Ze kijkt me aan en zucht: ‘Thuis droomde ik over de vakantie. En vervolgens had ik op vakantie nachtmerries over wat er thuis moet gebeuren.” José is het zat en gaat het aanpakken. Ze wil opruimen. Schoon schip maken en rust vinden. Dat is wat er moet gebeuren. Weliswaar met de moed in de schoenen, maar ze gaat aan het werk!

No Comments Yet

Comments are closed.